Module 3.1 - Beoordeling installatiescenario's
Kernvraag
Is het scenario reëel en juist en is het restrisico voldoende geminimaliseerd?
Inleiding
Deze module wordt gebruikt om na te gaan of het scenario reëel en juist is en om te controleren of het totaal aan maatregelen het risico van het scenario voldoende minimaliseert. De volledigheid van de scenario’s is in principe beoordeeld tijdens de volledigheidsbeoordeling van het veiligheidsrapport (VR). Het kan echter gebeuren dat tijdens deze beoordeling wordt ontdekt dat het scenario onvolledig is.
Met deze module wordt alleen gekeken of een maatregel die genoemd wordt in het scenario in theorie geschikt en gedocumenteerd is. Het totaal aan maatregelen (dus ook generieke maatregelen) moet het risico voldoende minimaliseren.
Het is expliciet niet de bedoeling om met behulp van deze module te bepalen of de maatregelen aanwezig zijn en/of goed ontworpen, gebouwd, onderhouden of bediend zijn of worden. Het geïmplementeerd zijn van de maatregelen wordt namelijk beoordeeld met behulp van module 2.3.
Inspectievragen
- Is het geheel aan gegevens in het installatiescenario reëel en juist?
- Is het scenariorisico voldoende geminimaliseerd?
Mogelijk wordt er ook een antwoord gegeven op de vraag:
- Is het scenario volledig?
Antwoorden op bovenstaande vragen leiden tot een antwoord op de kernvraag: Is het scenario reëel en juist en is het restrisico voldoende geminimaliseerd?
Hulpbronnen
- Module 2.2: Keuze scenario’s t.b.v. inspectie
- Controlelijst Volledigheid VR (bijlage C2)
- PGS 6 Aanwijzingen voor implementatie van Brzo 1999 (bijlage 4 Installatiescenario’s)
Toelichting
1 |
Keuze een of meerdere scenario’s Voor de inspectie zal met behulp van Module 2.2 een keuze voor een (of meer) scenario(‘s) uit het VR moeten worden gemaakt. |
2 |
Scenariobespreking met bedrijf per scenario Inspectievraag: Is het geheel aan gegevens in het installatiescenario reëel en juist? Het scenario wordt besproken met geschikte vertegenwoordigers van het bedrijf (bijvoorbeeld technoloog, commandant bedrijfsbrandweer of de veiligheidskundige). Het doel van deze bespreking is een eenduidig beeld te krijgen van het gehele scenario: is het scenario reëel en juist? Om de juistheid van het scenario en de geschiktheid en gedocumenteerdheid van de maatregelen te kunnen beoordelen zal aandacht besteed moeten worden aan onder andere:
|
3 |
Totaal aan maatregelen Inspectievraag: Is het scenariorisico voldoende geminimaliseerd? Wanneer alle maatregelen op effectiviteit zijn geïnspecteerd kan iets worden gezegd met betrekking tot het voldoende geminimaliseerd zijn van het scenariorisico. Hierbij wordt gekeken naar de norm van het bedrijf (risicomatrix en PBZO-beleid)3 en de stand der techniek. Er wordt dan gekeken naar de geschiktheid van het geheel aan maatregelen. Hierbij spelen de volgende vragen een rol:
|
4 |
Oordeel Kernvraag: Is het scenario reëel en juist en is het restrisico voldoende geminimaliseerd? Op basis van de bevindingen kan een oordeel gevormd worden over de juistheid van de gegevens in het scenario, het reëel zijn van het scenario en het voldoende geminimaliseerd zijn de risico’s van het scenario (restrisico). |
1 De definitie waaraan een maatregel moet voldoen is beschreven in de uitleg van de inspectiemethode.
2 Vaak wordt een alarm als beveiliging opgevoerd. Bedenk dan wel dat deze pas als Line of Defence (LOD) functioneert wanneer een operator de mogelijkheid heeft om in te grijpen en dit ook daadwerkelijk doet. De noodzakelijke operatorhandelingen moeten daarom in een werkinstructie of procedure beschreven staan.
3 Bij deze module is ervan uitgegaan dat er geen opmerkingen zijn over de risicomatrix van het bedrijf.