Inleiding Brzo 2015

Met het Brzo 2015 (Besluit risico's zware ongevallen) is de Europese Seveso III-richtlijn ingevoerd in Nederland. Het Brzo 2015 integreert wet- en regelgeving op het gebied van arbeidsveiligheid, omgevingsveiligheid en rampbestrijding in één juridisch kader.

Doelstelling

Doelstelling is het voorkomen en beheersen van zware ongevallen waarbij gevaarlijke stoffen betrokken zijn. Het Brzo 2015 stelt eisen aan de meest risicovolle bedrijven in Nederland. Ook regelt het besluit de wijze waarop de overheid daarop moet toezien. In de Rrzo (Regeling risico's zware ongevallen) wordt de inhoud van het besluit verder uitgewerkt.

Wet- en regelgeving

Op 8 juli 2015 is het Brzo 2015 in werking getreden. In het Staatsblad van 7 juli vindt u het besluit met de nota van toelichting. De Rrzo is op 4 maart 2016 in werking getreden en u vindt deze in de Staatscourant van 3 maart met de nota van toelichting.

Het Brzo 2015 implementeert de Europese Seveso III-richtlijn en in het Brzo 2015 wordt rechtstreeks verwezen naar de bijlagen van Seveso III richtlijn.

Met de wijzigingen wordt aangesloten bij de nieuwe systematiek voor het indelen, etiketteren en verpakken van stoffen en mengsels in Europa (CLP Verordening). Bovendien is het besluit vanwege de Seveso III-richtlijn aangepast op onderdelen als openbaarheid van informatie, inspecties en de uitwisseling van informatie met de Commissie.

Het doel van de Seveso III-richtlijn en het Brzo met bijbehorende regeling is:

  • de preventie van zware ongevallen bij inrichtingen waar grote hoeveelheden gevaarlijke stoffen aanwezig zijn
  • het milieu en de gezondheid en veiligheid van werknemers en de bevolking te beschermen tegen rampen en zware ongevallen
  • de gevolgen voor de menselijke gezondheid en het milieu te beperken als zich een zwaar ongeval voordoet
  • lering trekken uit zware ongevallen
  • internationale uitwisseling van informatie over zware ongevallen die aanleiding kunnen geven tot verbeteringen van de uitvoering en eventueel tot aanpassing van de richtlijn

Meer informatie is te vinden op de website van de Europese Commissie.

Reikwijdte en eisen aan bedrijven

De drempelwaarden voor de aanwezige hoeveelheid gevaarlijke stoffen en mengsels (zie bijlage I van Seveso III-richtlijn) bepalen of een bedrijf onder het Brzo 2015 valt. Ook volgt uit de bijlage of het gaat om een lage- of hoge drempelinrichting:

  • Lagedrempelinrichting: inrichting die alleen de lage drempelwaarde uit bijlage I van de Seveso III-richtlijn overschrijdt. Deze inrichting moet alle maatregelen treffen die nodig zijn om zware ongevallen te voorkomen en de gevolgen daarvan voor mens en milieu te beperken, een Preventiebeleid Zware Ongevallen opstellen en voor de uitvoering en bepaling daarvan een veiligheidsbeheerssysteem  implementeren.
  • Hogedrempelinrichting: inrichting die ook de hoge drempelwaarde uit bijlage I van de Seveso III-richtlijn overschrijdt. Deze inrichting moet, naast de verplichtingen voor de lagedrempelinrichtingen, een veiligheidsrapport indienen, waarmee wordt aangetoond dat de preventie en de beheersing van de gevaren van zware ongevallen in orde zijn.

Het Besluit omgevingsrecht (Bor) en de Ministeriële regeling omgevingsrecht (Mor) stellen eisen aan de aanvraag voor de Omgevingsvergunning van een bedrijf dat Brzo-plichtig is. Relevante artikelen staan onder meer in hoofdstuk 4 (artikel 4.6) van het Bor en hoofdstuk 4 (artikel 4.13 en 4.18) van het Mor.